Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • politics = politiek
  • parliament = parlement
  • politician = politicus
  • Member of Parliament = Lagerhuislid
  • House of Commons = Lagerhuis
  • House of Lords = Hogerhuis
  • peer = Hogerhuislid
  • government / administration (AmE) = regering
  • to govern = regeren
  • minister/secretary = minister
  • Prime Minister (PM) = minister-president
  • Foreign Secretary = minister van Buitenlandse Zaken
  • Foreign Office = ministerie van Buitenlandse Zaken
  • Home Secretary = minister van Binnenlandse Zaken
  • Home Office = ministerie van Binnenlandse Zaken
  • domestic/internal = binnenlands
  • policy = beleid
  • to elect = kiezen
  • election = verkiezing
  • constituency = kiesdistrict
  • to represent = vertegenwoordigen
  • representative = vertegenwoordiger
  • civil servant = ambtenaar
  • the civil serivce = overheidsdienst
  • empire = (keizer)rijk