Engels : Nederlands alphabet = het alfabet and = en a short while = even how = hoe go ahead = hoor yes = ja your = je classroom = de klas to be correct = kloppen letter = de letter my = mijn maybe = misschien to be allowed to = mogen name = de naam next to = naast okay = oké to write down = opschrijven to spell = spellen telephone = de telefoon telephone number = het telefoonnummer to wait = wachten to put = zetten to sit = zitten