NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Malmberg
All right!
3e editie
VMBO-BK - Leerjaar 1 - 3e editie
Hoofdstuk 6.5
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
airport
=
vliegveld
beach
=
strand
campground
=
camping
holiday (UK); vacation (US)
=
vakantie
passport
=
paspoort
suitcase
=
koffer
sunshine
=
zonneschijn
to leave
=
vertrekken
to pack
=
inpakken
to plan
=
plannen
to reserve
=
reserveren
tourist
=
toerist
Did you enjoy your holiday?
=
Heb je een leuke vakantie gehad?
Where did you go on holiday last year?
=
Waar ben je vorig jaar op vakantie geweest?
How did you get there?
=
Hoe ben je erheen gegaan?
What was your favourite part of the holiday?
=
Wat was je favoriete onderdeel van de vakantie?
I had a great time.
=
Het was geweldig.
I didn’t really enjoy it.
=
Het was niet echt leuk.
I went to New Zealand.
=
Ik ben in Nieuw-Zeeland geweest.
We went by bus.
=
We zijn met de bus gegaan.
We went by car.
=
We zijn met de auto gegaan.
We went by plane.
=
We zijn met het vliegtuig gegaan.
My favourite part was when we camped in the wild.
=
Mijn favoriete onderdeel was het kamperen in de wildernis.