Engels : Nederlands accessability = toegankelijkheid alienation = vervreemding antidote = middel tegen (negatieve effecten) distinct = duidelijk to emphasise = benadrukken encounter = (toevallige) ontmoeting to excel = uitblinken flawless = perfect font = bron to inflict = toebrengen to kick-start = op gang helpen to nurture = (iets helpen) ontwikkelen on my watch = onder mijn toezicht perception = opvatting pursuit = bezigheid ratio = verhouding rarely = zelden to reckon = aannemen runner-up = tweede (in een wedstrijd) stamina = uithoudingsvermogen stigma = vooroordeel tracksuit = trainingspak versatility = veelzijdigheid vibrant = bruisend