Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to hesitate = aarzelen
  • piece by piece = beetje bij beetje
  • gaze = blik
  • grin = brede glimlach, grijns
  • lid = deksel
  • depth = diepte
  • to float = drijven
  • urgent = dringend
  • to force = dwingen
  • fierce = fel
  • prayer = gebed
  • fuss = heisa, ophef
  • no matter what = hoe dan ook
  • tinned = ingeblikt
  • to nod = knikken
  • crate = krat
  • border = landgrens
  • railing = leuning
  • warehouse = magazijn
  • marble = marmer
  • questioning = ondervraging
  • to ache = pijn doen
  • to crush = platdrukken
  • to scoop = scheppen
  • polish = schoenpoets
  • to yell = schreeuwen
  • to slide = schuiven
  • to drag = slepen
  • sip = slokje
  • to sob = snikken
  • as a matter of fact = trouwens
  • storey = verdieping
  • to vanish = verdwijnen (plotseling)
  • to tear apart = verscheuren
  • refugee = vluchteling