Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • soup = soep
  • spinach = spinazie
  • starter = voorgerecht
  • steak = biefstuk
  • tablecloth = tafelkleed
  • tasty = lekker
  • to be hungry = honger hebben
  • to be thirsty = dorst hebben
  • tomato = tomaat
  • vegetables = groente
  • waiter = ober
  • Does he/she like coffee? Yes, he/she does. = Houdt hij/zij van koffie? Ja.
  • Do we like the film? No, we don't. = Vinden wij de film leuk? Nee.
  • Did you like tennis yesterday? Yes, I did. = Vond jij tennis gisteren leuk? Ja.
  • Did he like the lesson? No, he didn't. = Vond hij de les leuk? Nee.
  • Did we like the film? No, we didn't. = Vonden wij de film leuk? Nee.