I was waiting in line. / I was queued up.=Ik stond in de rij.
I was at Costa when ...=Ik was bij de Costa toen ...
I noticed that my suitcase was gone.=Ik zag dat mijn koffer weg was.
My suitcase is green / yellow / pink / blue / red / purple / black / grey / white / orange / brown.=Mijn koffer is groen / geel / roze / blauw / rood / paars / zwart / grijs / wit / oranje / bruin.
My suitcase is covered with stripes / dots / stars / blocks / stickers.=Mijn koffer is bedekt met strepen / stippen / sterren / blokjes / stickers.
My suitcase has (no) wheels.=De koffer heeft (geen) wielen.
There are T-shirts / sweaters / jeans / swimsuits / pyjamas in my suitcase.=Er zitten T-shirts / truien / spijkerbroeken / badkleding / pyjama's in mijn koffer.
There are a pair of flip-flops / sneakers / high heels / sandals / boots in my suitcase.=Er zit een paar slippers / gympen / hoge hakken / sandalen / laarzen in mijn koffer.
My suitcase has a lock / no lock / a zipper.=Mijn koffer heeft een slot / geen slot / een ritssluiting.
There are books / magazines / notebooks in my suitcase.=Er zitten boeken / tijdschriften / schriften in mijn koffer.
The code of the lock is 219.=De code van het slot is 219.
My new boyfriend has light / dark / white / brown / black / red / grey hair.=Mijn nieuwe vriendje heeft licht / donker / wit / bruin / zwart / rood / grijs haar.
I have had my hair curly, straight, long, short and coloured.=Ik heb mijn haar krullend, stijl, lang, kort, en gekleurd gehad.
Now I am bald.=Nu ben ik kaal.
My mother thinks that her brother is about 2.05 meters tall.=Mijn moeder denkt dat haar broer ongeveer 2 meter en 5 centimeter lang is.
Does he have a beard?=Heeft hij een baard?
My brother doesn't have a moustache.=Mijn broer heeft geen snor.
I wear sunglasses because it is so sunny.=Ik draag een zonnebril omdat het zo zonnig is.
For his birthday my father got a golden watch.=Mijn vader kreeg voor zijn verjaardag een gouden horloge.
How are you? How are you doing?=Hoe gaat het ermee?
They finally arrived.=Ze zijn eindelijk gearriveerd.
The police found my dog 10 minutes ago.=De politie heeft mijn hond 10 minuten geleden gevonden.
Nothing was taken from my suitcase.=Er was niets weg uit mijn koffer.
I would like to buy a new suitcase.=Ik zou graag een nieuwe koffer kopen.
The suitcase needed a new lock.=De koffer had een nieuw slot nodig.
He has no idea how to find his hotel.=Hij heeft geen idee hoe hij zijn hotel kan vinden.
We look forward to her visit.=We kijken uit naar haar bezoek.
We are going to see them in a few hours.=We gaan hen over een paar uur zien.
I would like to receive some more information.=Ik zou graag nog wat meer informatie ontvangen.
I am staying at the Regent Hotel.=Ik verblijf in het Regent Hotel.
We are interested in London's history.=We zijn geïnteresseerd in de geschiedenis van Londen.
I like meeting new people.=Ik vind het leuk om nieuwe mensen te ontmoeten.
I will start my new studies after getting my diploma.=Ik ga een nieuwe studie doen na het behalen van mijn diploma.
My friend lives abroad.=Mijn vriend(in) woont in het buitenland.
Zij weet alles van het baantje.=She knows all the ins and outs of the job.
We look forward to her visit.=We kijken uit naar haar bezoek.
Can I help out for a day?=Kan ik een dag meehelpen?
I sent you an email yesterday.=Ik heb u gisteren een e-mail gestuurd.
I worked there as an intern.=Ik heb daar als stagiaire(e) gewerkt.
I am going to start my new studies after the summer holiday.=Ik begin na de zomervakantie met mijn nieuwe opleiding.
Hopefully, I will be the one you are looking for.=Hopelijk ben ik de persoon naar wie jullie op zoek zijn.
We will be in England for a couple of more days.=We zijn nog een paar dagen in Engeland.
Who is going to report to me?=Wie gaat zich bij mij melden?
What time do you come in in the morning?=Hoe laat kom jij 's ochtends aan?
Will you stay with me all week?=Blijf je de hele week bij mij?
Should people bring their own lunch for the trip?=Moeten mensen voor de reis hun eigen lunch meenemen?
What time will the trip be done / over?=Hoe laat is het reisje afgelopen?
Be careful! There are no lockers in the bus.=Pas op! Er zijn geen kluisjes in de bus.
They have had a truly amazing trip.=Ze hebben een geweldige reis gehad.
Have you seen all the sights?=Heb je alle bezienswaardigheden gezien?
We enjoyed ourselves very much.=We hebben ons erg vermaakt.
I was going to travel to Spain next.=Ik zou hierna naar Spanje reizen.
I am thinking of going to Italy first.=Ik denk erover om eerst naar Italië te gaan.
I have had a gap year.=Ik heb een tussenjaar gehad.
What are you going to do when summer is over?=Wat ga jij na de zomer doen?
Will you visit me in spring?=Ga je me in de lente bezoeken?
The course doesn't start until September.=De opleiding gaat (pas) in september van start.
We have been from home for weeks now.=We zijn nu al weken van huis.
Please, think about it.=Denk er alsjeblieft over na.
We are invited for lunch.=We zijn uitgenodigd voor de lunch.
Let's watch a movie at my place.=Laten we bij mij thuis een film kijken.
The show starts at 8PM.=De show begint om 20.00 uur.
I have to wait here until the last person leaves.=Ik moet hier blijven totdat de laatste persoon vertrekt.
There will be a delicious cake.=Er zal een heerlijke taart zijn.
They weren't invited to the barbeque / BBQ.=Ze waren niet uitgenodigd voor de barbecue.
Please don't give my son too many gifts.=Geef mijn zoon alstublieft niet te veel cadeaus.
I can't take that with me, it's too heavy.=Ik kan dat niet met mij meenemen, het is te zwaar.
They will always remember that night.=Ze zullen die nacht nooit vergeten.
June 20xx=3 juni 20xx
25th August 20xx=25 augustus 20xx
May 23, 20xx=23 mei 20xx
March 3rd, 20xx=3 maart 20xx
AM=van 24.00 uur tot 12.00 uur
PM=van 12.00 uur tot 24.00 uur
We are doing very well.=Het gaat goed met ons.
Janet is such a sweet person.=Janet is zo'n lief mens.
There are four people in this host family.=Dit gastgezin bestaat uit vier mensen.
I like them a lot.=Ik vind ze heel erg aardig.
There is a father, a mother, a daughter and a son.=Er is een vader, een moeder, een dochter en een zoon.
Sightseeing means you visit the places that are best to watch.=Bezienswaardigheden bezoeken betekent dat je toeristische plekken gaat bekijken.
What area / neighbourhood are you staying in?=In welke buurt verblijf je?
I am an intern at a local school.=Ik loop stage bij een school in de buurt.
My internship lasts four weeks.=Mijn stage duurt vier weken.
Are you looking for a job?=Ben je op zoek naar een baantje?
I would like to earn some money.=Ik zou graag wat geld verdienen.
We will be fine.=Het komt goed (met ons).
See you soon!=Tot ziens.
Please, don't forget to buy vegetables.=Vergeet niet groente te kopen / halen.
Can you exchange this shirt to a size 12?=Kun jij dit shirt ruilen voor een maat L?
We will be back at around 02:00, don't wait up!=We zijn rond 2 uur thuis vannacht. Wacht maar niet op ons.
Could you walk the dogs twice today?=Zou je de honden vandaag twee keer willen uitlaten?
Could you order pizzas for tonight?=Zou jij pizza's willen bestellen voor vanavond?
Shall we order sushi tonight?=Zullen we sushi bestellen vanavond?
Left early for work, see you around 7:00 PM.=Ben vroeg naar mijn werk vertrokken. Ben rond 19.00 uur terug.