Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • band = band
  • bass = basgitaar
  • concert = concert
  • to dance = dansen
  • flute = (dwars)fluit
  • sound = geluid
  • guitar = gitaar
  • instrument = instrument
  • song = lied
  • to listen to = luisteren naar
  • audience = publiek
  • pop music = popmuziek
  • rhythm = ritme
  • piano = Piano
  • drums = slagwerk
  • trumpet = trompet
  • violin = viool
  • vocals = zang
  • to sing = zingen