Engels : Nederlands distance = afstand to damage = beschadigen to dip = dalen; naar beneden gaan to take cover = dekking zoeken due to = door; ten gevolge van to evacuate = evacueren slight = gering; klein hailstorm = hagelstorm mph (miles per hour) = mijl per uur balmy = mild mudslide = modderstroom drizzle = motregen to chase = najagen despite (of) = ondanks flood = overstroming downpour = stortbui unless = tenzij improvement = verbetering to destroy = vernietigen to injure = verwonden humid = vochtig alert = waarschuwing