Engels : Nederlands
cut off = afgesneden; afgesloten
crew = bemanning
firefighter = brandweerman
breakdown = defect; (het) stukgaan
to occur = gebeuren; voorkomen
weightless = gewichtloos
to lead = leiden
to supply = leveren; voorzien van
fate = lot
to feel sick = misselijk voelen
include = omvatten; bevatten
solid = stevig; degelijk
failure = storing; ontregeling
dedication = toewijding
phrase = uitdrukking
equipment = uitrusting
craft = toestel
loss = verlies
to remove = verwijderen
to appreciate = waarderen
scientific = wetenschappelijk