Engels : Nederlands diarrhoea = diarree to faint = flauwvallen GP = huisarts injection = injectie to scratch = krabben to be admitted to (hospital) = opgenomen worden (in het ziekenhuis) pill = pil to rest = rusten to take it easy = (het) rustig aan doen muscle ache = spierpijn therapy = therapie dehydrated = uitgedroogd a rash = uitslag seasick = zeeziek sunstroke = zonnesteek weak = zwak Can I see the doctor, please? It’s quite urgent! = Kan ik de dokter spreken, alsjeblieft? Het is erg dringend! Do you have an appointment? = Hebt u een afspraak? Have you done or eaten anything unusual? = Heb je iets ongebruikelijks gedaan of gegeten? I think you have a stomach virus. = Ik denk dat je buikvirus hebt. I’d like to see a doctor. I keep vomiting. = Ik zou graag de dokter spreken. Ik blijf maar overgeven. I’m from England. My address is 23 Arundel Road in London. = Ik kom uit Engeland. Mijn adres is 23 Arundel Road in Londen. I’ve got an appointment with doctor Stephens at 3:15. = Ik heb een afspraak met dokter Stephens om 15.15 uur. We never eat them at home, because they make my mum sick. = We eten ze thuis nooit, omdat mijn moeder er ziek van wordt. What are your symptoms? = Wat zijn uw klachten? Have you ever had similar symptoms? = Hebt u ooit soortgelijke klachten gehad? Are you used to eating shellfish? = Ben je het gewend om schaaldieren te eten? Do you often feel nauseous or dizzy? = Voel je je vaak misselijk of duizelig? I’m used to keeping my window open when it’s hot. = Ik ben het gewend om mijn raam open te laten als het heet is. I get stung by mosquitos very often. = Ik word vaak gestoken door muggen.