Engels : Nederlands There's a crack up in the ceiling. = Er zit een scheur in het plafond. The kitchen sink is leaking. = De gootsteen lekt. A two-roomed apartment on the second floor. = Een tweekamerappartement op de tweede verdieping. Most people live in urban areas. = De meeste mensen wonen in stedelijke gebieden. People are buying their own home. = Mensen kopen hun eigen huis. Other people rent their home. = Andere mensen huren hun huis. You can rent from a landlord. = Je kan huren van een huisbaas. You can rent from the local council. = Je kan huren van de gemeente. You can rent from a housing association. = Je kan huren van een woningcorporatie. You can pay for your own house with a mortgage. = Je kan je eigen huis betalen met een hypotheek. A mortgage must be repaid with interest. = Een hypotheek moet met rente terugbetaald worden. We live in a terraced house. = Wij wonen in een rijtjeshuis. My friend lives in a detached house. = Mijn vriend(in) woont in een vrijstaand huis. My aunt lives in a semi-detached house. = Mijn tante woont in een twee-onder-een kap huis. Every house in a town has a number. = Elk huis in een stad heeft een nummer. What is the name of the road you live in? = Hoe heet de weg (straat) waar jij woont? There are a lot of buildings in my street. = In mijn straat staan veel gebouwen. The number identifies the location of a house in a road. = Het nummer geeft de plaats aan van een huis in de straat. Odd numbers are usually assigned to the left side of the street. = Oneven nummers worden meestal toegewezen aan de linker kant van de straat. Even numbers are usually assigned to the right side of the street. = Even nummers worden meestal toegewezen aan de rechter kant van de straat.