There's a crack up in the ceiling. The kitchen sink is leaking. A two-roomed apartment on the second floor.
Most people live in urban areas. People are buying their own home. Other people rent their home.
You can rent from a landlord. You can rent from the local council. You can rent from a housing association.
You can pay for your own house with a mortgage. A mortgage must be repaid with interest. We live in a terraced house.
My friend lives in a detached house. My aunt lives in a semi-detached house. Every house in a town has a number.
What is the name of the road you live in? There are a lot of buildings in my street. The number identifies the location of a house in a road.
Odd numbers are usually assigned to the left side of the street. Even numbers are usually assigned to the right side of the street.
Een tweekamerappartement op de tweede verdieping. De gootsteen lekt. Er zit een scheur in het plafond.
Andere mensen huren hun huis. Mensen kopen hun eigen huis. De meeste mensen wonen in stedelijke gebieden.
Je kan huren van een woningcorporatie. Je kan huren van de gemeente. Je kan huren van een huisbaas.
Wij wonen in een rijtjeshuis. Een hypotheek moet met rente terugbetaald worden. Je kan je eigen huis betalen met een hypotheek.
Elk huis in een stad heeft een nummer. Mijn tante woont in een twee-onder-een kap huis. Mijn vriend(in) woont in een vrijstaand huis.
Het nummer geeft de plaats aan van een huis in de straat. In mijn straat staan veel gebouwen. Hoe heet de weg (straat) waar jij woont?
Even nummers worden meestal toegewezen aan de rechter kant van de straat. Oneven nummers worden meestal toegewezen aan de linker kant van de straat.