This bottle is filled with water.
Deze fles is gevuld met water.
She almost dropped the salad bowl.
Ze liet het salade schaaltje bijna vallen.
Some eat cereals in the morning.
Sommigen eten cornflakes / muesli / e.d. in de morgen.
cheese is made of milk.
kaas wordt gemaakt van melk.
Would you like some sugar in your coffee?
Wil je wat suiker in je koffie?
A cool drink when it is hot outside.
Een koud drankje als het warm is buiten.
Butter is made of cream.
Boter wordt gemaakt van room.
A cup of coffee.
Een kopje koffie.
We have ice cream for dessert.
We hebben ijs als nagerecht.
Would you like to drink a glass of water?
Wil je een glaasje water drinken?
I am hungry, can we get some food?
Ik heb honger, kunnen we wat te eten halen?
Would you like a roll for lunch?
Wil je een broodje voor lunch?
A salad can be made of lettuce.
Een salade kan gemaakt worden van sla.
We ate a sandwich at lunch.
We aten een dubbele boterham tijdens lunch.
The biscuits lay on that saucer .
De koekjes liggen op dat schoteltje.
Would you like a slice of bread with cheese?
Wil je een boterham met kaas?
We are eating soup for dinner.
We eten soep als avondeten.
Would you like to drink coffee or tea?
Wil je koffie of thee drinken?
Do you have some water for me? I am thirsty.
Heb je wat water voor me? Ik heb dorst.
You can (to) buy your groceries at the supermarket.
Je kan je boodschappen in de supermarkt kopen.
Can you (to) set the table so we can eat?
Kan je de tafel dekken zodat we kunnen eten?
Can you (to) make a choice between fries and rice?
Kan je een keuze maken tussen friet en rijst?
You can (to) sit down at that table.
Je kan gaan zitten aan die tafel.
Bread can be toasted in a toaster.
Brood kan geroosterd worden in de broodrooster.
vegetables are healthy.
groenten zijn gezond.