I need a Band-Aid for my wound. (AmE)
Ik heb een pleister nodig voor mijn wond. (AmE)
She had a bandage on her injured finger.
Ze had een verband om haar verwonde vinger.
He needs crutches to walk after breaking his leg.
Hij heeft krukken nodig om te lopen nadat hij zijn been had gebroken.
I took the Band-Aid from the first-aid kit.
Ik nam een pleister uit de ehbo doos.
After bumping her head, the girl got a head ache.
Nadat ze haar hoofd had gestoten, kreeg het meisje hoofdpijn.
He started feeling nauseous on the rollercoaster.
Hij begon zich misselijk te voelen op de achtbaan.
She is a nurse in the hospital.
Ze is een verpleegster in het ziekenhuis.
He needs a plaster cast for his broken leg.
Hij heeft gips nodig voor zijn gebroken been.
She eat so much, now she got a stomach ache.
Ze heeft zoveel gegeten, nu heeft ze buikpijn.
I need a plaster for my wound. (BrE)
Ik heb een pleister nodig voor mijn wond. (BrE)