We fell in love last summer.
We werden afgelopen zomer verliefd.
Will you (to) go out with me?
Wil je met me uitgaan?
I would like to invite whoever wants to come to my party.
Ik wil iedereen uitnodigen die naar mijn feestje wil komen.
I gave him a (to) kiss goodbye.
Ik gaf hem een kus bij het afscheid.