I'm looking for a Father's Day gift.=Ik zoek een cadeau voor vaderdag.
How much is that wallet?=Hoe duur is die portefeuille?
That's too expensive for me.=Dat is te duur voor mij.
Do you have a cheaper one?=Heeft u een goedkopere?
I don't have that much money.=Zoveel geld heb ik niet.
How much do you have to spend?=Hoeveel kun je uitgeven?
How about this tie?=Wat vind je van deze stropdas?
The tie just went on sale.=De stropdas is net in de uitverkoop.
I'll take it.=Ik neem hem.
The main shopping street in many towns is called the High Street.=In veel steden heet de belangrijkste winkelstraat de High Street.
Local customers buy groceries in small corner shops.=Plaatselijke klanten kopen boodschappen in kleine winkeltjes op de hoek.
In England, most shops are generally open 6 or 7 days a week.=In Engeland zijn de meeste winkels 6 of 7 dagen per week open.
What are the opening times of this shop?=Wat zijn de openingstijden van deze winkel?
Some shopping centres stays open until 8 p.m. or later.=Sommige winkelcentra blijven open tot 8 uur 's avonds of nog later.
Sunday shopping has become popular.=Winkelen op zondag is populair geworden.
Large supermarkets are open for 24 hours, except on Sundays.=Grote supermarkten zijn 24 uur open, behalve op zondag.
On public holidays some shops open and some shops do not.=In de vakantie zijn sommige winkels open en andere niet.
All shops are closed on Christmas Day.=Op Eerste Kerstdag zijn alle winkels gesloten.
An increasing number of shops are now opening on Boxing Day, when many start their 'New Year' sales.=Steeds meer winkels gaan open op 26 december, als de nieuwjaarsuitverkoop begint.
Shopping centres will be closed on Easter Sunday and there will be reduced shopping hours on Easter Monday.=Winkelcentra zijn op Eerste Paasdag gesloten en op Tweede Paasdag zijn ze beperkt open.
Some rural shops still follow the tradition of an early closing day.=Sommige winkels op het platteland volgen nog de traditie van een dag met een vroege sluiting.