Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • institutus sit = instituere, instellen
  • condidit / condita = condere, 1. stichten 2. verbergen, opbergen
  • venturum = venire, komen
  • raptos esse = rapere, 1. (snel) grijpen 2. roven
  • oblitam = oblivisci, vergeten
  • opibus = opes, 1. de middelen 2. de rijkdom
  • dolo = dolus, de list
  • invitae = invitus, met tegenzin
  • sinuum = sinus, 1. kromming, baai 2. boezem
  • bovem = bos, het rund
  • fessos = fessus, vermoeid
  • tenues = tenuis, dun
  • occupatur = occupare, bezetten
  • unde = unde, vanwaar