Fast food is cheap, easy and quick.=Fastfood is goedkoop, makkelijk en snel.
The average American eats three burgers a week.=De gemiddelde Amerikaan eet drie burgers per week.
I could never eat four orders of French fries!=Ik zou nooit vier porties patat kunnen eten!
14% of American teenagers are obese.=14% van de Amerikaanse tieners is te dik.
It's fine to eat fast food occasionally.=Het is prima om af en toe fastfood te eten.
Fast food is high in fat and calories.=Fastfood bevat veel vet en calorieën.
Obesity could lead to other diseases.=Overgewicht kan tot andere zieken leiden.
Schools place advertisements for the fast food companies in their hallways.=Scholen hangen reclame voor de fastfoodbedrijven in de gangen.
They also sell cheap fast food in school cafeterias.=Ze verkopen ook goedkoop fastfood in de schoolkantines.
Adverts in and around schools affect the food choices students make.=Advertenties in en om school hebben invloed op de voedselkeuzes die leerlingen maken.
It also undermines nutrition education.=Het ondermijnt ook voedingsonderwijs.
Start with adding two cups of flour into a plastic bag.=Begin met twee kopjes bloem in een plastic zak te doen.
Add one teaspoon of paprika and salt and pepper to taste.=Voeg een theelepel paprikapoeder en zout en peper naar smaak toe.
Dip each piece into the buttermilk.=Doop elk stuk in de karnemelk.
Then put it into the bag of seasoned flour.=Stop het dan in de zak met gekruide bloem.
Pour vegetable oil into a large pot or skillet.=Giet plantaardige olie in een grote pan of koekenpan.
Don´t overcrowd the pan.=Doe niet teveel tegelijk in de pan.
You´ll need to cook this in batches.=Je moet dit in porties bakken.
Turn it to brown on both sides.=Draai het om om beide kanten bruin te bakken.
Cook it for about ten minutes per side.=Bak het ongeveer tien minuten per kant.
Warm it up the next day in the oven.=Warm het de volgende dag op in de oven.
The chicken will be as crispy as ever.=De kip zal nog net zo krokant zijn.