Would you like to go to the cinema with me?
Wil je naar de bioscoop met me?
magnificent / splendid
schitterend
magnificent / splendid
schitterend
She was the star in the play.
Ze was de ster in het toneelstuk.
... and threw a big party for all his friends.
... en gaf een groot feest voor al zijn vrienden.
trick
truc / streek