accident promise wake you up
forgive fault be careful
be late forget my homework break a window
make a mess make you cry camp
homesick worry money
play maybe come back
je wakker maken beloven ongeluk
voorzichtig zijn schuld / fout vergeven
een raam breken mijn huiswerk vergeten laat zijn
kamp je aan het huilen maken rommel maken
geld (je) zorgen maken heimwee
terugkomen misschien spelen