Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • asleep = in slaap
  • children = kinderen
  • (to) dance = dansen
  • everyone = iedereen
  • private = prive
  • (to) say = zeggen
  • silly = gek
  • (to) sing = zingen
  • Yeah, sing it, kid.

    zingen

  • (to) smile = glimlachen
  • stranger = vreemdeling
  • supermarket = supermarkt
  • You can get some bread at the supermarket.

    supermarkt

  • together = samen
  • We can can travel together on this dangerous road.

    We kunnen samen reizen op deze gevaarlijke weg.

  • town = stad
  • I might need your help protecting our small town.

    stad