Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • air bed = luchtbed
  • bicycle / bike = fiets
  • buy = kopen
  • campsite = camping
  • can = blikje
  • crisps = chips
  • fill in = invullen
  • free = gratis
  • cheap = goedkoop
  • clothes shop = kledingwinkel
  • expensive = duur
  • fit = passen
  • perhaps = misschien
  • photo = foto
  • postcode = postcode
  • button = knoop
  • card = pas / pinpas
  • cash = contant geld
  • change = wisselgeld / kleingeld
  • check = controleren
  • checkout / till = kassa
  • enter / key in = invoeren / intikken
  • happen = gebeuren
  • important = belangrijk
  • mistake = fout
  • pay = betalen
  • arrive = aankomen
  • continue = doorgaan
  • customer = klant
  • department = afdeling
  • gift = cadeau
  • in stock = op voorraad
  • offer = aanbieden
  • order = bestellen
  • password = wachtwoord
  • press = drukken
  • search = zoeken
  • sell = verkopen
  • shop = winkel
  • sign = bord / bordje
  • sign in = inloggen
  • size = maat
  • sound = klinken
  • spend = uitgeven
  • stairs / staircase = trap
  • stay = verblijven
  • strawberry = aardbei
  • toilet = toilet
  • torch = zaklamp
  • trainers = sportschoenen
  • try = proberen