NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Malmberg
Realtime
2th
2th-H2-NE
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
decide
=
besluiten
skin
=
huid / vel
express yourself
=
jezelf uitdrukken
changing room
=
kleedruimte
cut - cut - cut / cut
=
knippen
buy - bought - bought / buy
=
kopen
fashionable / trendy / stylish
=
modieus / stijlvol
look forward to
=
naar iets uitkijken
spend - spent - spent / spend
=
uitgeven (geld) / uitgeven
change / transform / make over
=
veranderen
football boots
=
voetbalschoenen
stress
=
benadrukken
exercise
=
bewegen / trainen
neighbourhood
=
buurt / wijk
kick out
=
eruit schoppen
experience / experienced
=
ervaren
area
=
gebied
community
=
gemeenschap
youngster
=
jongere
crime
=
misdaad
hang around - hung around - hung around / hang around
=
rondhangen
security
=
veiligheid / beveiliging
lose - lost - lost / lose
=
verliezen
little
=
weinig
put on - put on - put on / put on
=
aanbrengen / indoen
sit - sat - sat / sit / sit up - sat up - sat up / sit up
=
rechtop zitten / zitten
cheer
=
juichen / toejuichen
weight
=
gewicht
agree
=
instemmen / mee eens zijn
influence
=
invloed
drugs
=
medicijnen / verdovende middelen
difficult / hard
=
moeilijk
wet
=
nat
smart
=
netjes / sjiek
lift
=
optillen
muscle
=
spier
disease
=
ziekte
side
=
zijkant
knock down
=
afbreken
brick
=
baksteen
think - thought - thought / think
=
denken
save up money
=
geld sparen
earn money
=
geld verdienen
carpet
=
kleed / vloerkleed
wall
=
muur
ceiling
=
plafond
screw
=
schroef
nail
=
spijker
paint
=
verf / schilderen
tell - told - told / tell
=
vertellen
remove
=
verwijderen