Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • pursue = nastreven / volgen
  • join forces = de krachten bundelen / krachten bundelen
  • funding = financiering / geld
  • modest = bescheiden
  • sneaky = stiekem
  • gang = bende
  • reluctant = onwillig / aarzelend
  • straight-legged = met rechte pijpen
  • zip-up = met ritssluiting
  • graphic = expliciet
  • rating = beoordeling
  • parental guidance = ouderlijk toezicht
  • foretell = voorspellen
  • tone down = afzwakken
  • insist = erop staan / met klem zeggen
  • laughing stock = mikpunt van spot
  • make one’s debut = debuteren / iemands debuut
  • fellow = collega
  • full-length = avondvullend
  • renowned = beroemd / befaamd
  • in addition to = behalve
  • breeze through = op je sloffen doen
  • make ends meet = de eindjes aan elkaar knopen
  • unlicensed = zonder vergunning
  • disrespectful = oneerbiedig / respectloos
  • eavesdrop = afluisteren / stiekem meeluisteren
  • running = op een rij
  • tire out = afmatten / vermoeien
  • settle down = een rustiger leven gaan leiden
  • glossy = glanzend
  • surpass = overtreffen
  • caw = krassen / krassend geluid maken
  • flatterer = vleier
  • bilingual = tweetalig
  • wag = kwispelen / met de staart kwispelen
  • whine = janken
  • trot = trippelen
  • flawless = vlekkeloos
  • curve / bend = bocht
  • paralyzed = verlamd (door angst) / verlamd
  • get goosebumps = kippenvel krijgen
  • appreciate = waarderen
  • bard = bijnaam voor Shakespeare
  • literary device = stijlmiddel
  • betrayal = verraad
  • conspiracy = samenzwering
  • fencing = schermen (de sport) / schermen
  • pun = woordspeling
  • comic relief = komische noot
  • mistaken identity = persoonsverwisseling
  • sitcom = komische tv-serie
  • lag behind = achterblijven / achterblijven bij
  • bump into someone = iemand tegen het lijf lopen
  • What’s bothering you? = Wat zit je dwars?
  • baptism = doop
  • pay a visit = bezoeken
  • plague = pest
  • listen in on = meeluisteren / afluisteren
  • hostel = jeugdherberg
  • Pacific Ocean = Stille Oceaan
  • promenade = wandelen / flaneren
  • purchase = kopen
  • fare = ritprijs
  • punchline = clou
  • long-time = oud / al lange tijd
  • gig = optreden
  • tend to = geneigd zijn te
  • cause = zaak
  • sheet music = bladmuziek
  • sophisticated = geraffineerd
  • misperception = misvatting
  • tuxedo = smoking
  • contemporary = tijdgenoot / modern / hedendaags
  • resurface = weer opduiken
  • one-off = eenmalig
  • spur someone on to = aanzetten tot