Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • cardboard = karton
  • tin can = blik / blikje
  • wallet = portefeuille
  • different = ander / andere
  • advertise = reclame maken voor
  • billion = miljard
  • influence = beïnvloeden
  • self-defence = zelfverdediging
  • disability = belemmering / handicap
  • bully = pesten
  • name-calling = het uitschelden / het schelden
  • ignorance = onwetendheid
  • careless = achteloos
  • humiliate = vernederen
  • equally important = net zo belangrijk
  • restrict = beperken
  • accessible = toegankelijk
  • anonymous / anonymously = anoniem
  • occasional = incidenteel
  • estimate = inschatten / schatten
  • subsequently = vervolgens
  • necessarily = noodzakelijkerwijs
  • insult = belediging
  • discourage = ontmoedigen
  • innocent = onschuldig
  • notice = opmerken / bespeuren
  • guide = gidsen / leiden
  • 5-digit code = vijfcijferige code
  • crucial = doorslaggevend
  • vehicle = voertuig
  • shame = schande / oneer
  • recognize = erkennen
  • make an effort = een inspanning leveren / je best doen
  • highlight = benadrukken
  • get a message across = een boodschap overbrengen
  • high-quality = hoogwaardig
  • reduce = verlagen
  • permission = toestemming
  • offend = beledigen / kwetsen
  • majority = meerderheid
  • part = onderdeel
  • habit = gewoonte
  • enemy = vijand
  • weakness = zwakte
  • decent = fatsoenlijk / gepast
  • crowd = menigte / grote groep mensen
  • disconnect = loskoppelen / afsluiten
  • protect the time = tijd bewaken
  • confuse = verwarren / verwisselen
  • gesture = gebaar
  • zoo = dierentuin
  • beg = bedelen / smeken
  • limited = beperkt
  • rub = wrijven
  • judgment / judgement = oordeel
  • sign language = gebarentaal
  • communicate = communiceren
  • express your feelings = je gevoelens uitdrukken
  • thought = gedachte
  • aware of = bewust van
  • vary from … to … = variëren van … tot …
  • embarrassment = verlegenheid / gêne
  • apology = excuus / verontschuldiging
  • disastrous = rampzalig
  • adapt = aanpassen
  • common = gezamenlijk / gedeeld
  • range = bereik
  • impression = indruk
  • create = maken / creëren
  • collection = verzameling
  • proper = echt
  • represent = symboliseren / vertegenwoordigen
  • pedestrian = voetganger
  • lawyer = jurist
  • misleading = misleidend
  • speed up = versnellen
  • fairly = tamelijk / redelijk
  • deliberately = opzettelijk / bewust
  • admirable = bewonderenswaardig
  • vowel = klinker
  • abbreviation = afkorting
  • acronym = acroniem / letterwoord
  • significant = belangrijk / aanmerkelijk
  • entire / entirely = compleet / volledig
  • arise / arise - arose - arisen = ontstaan / voortkomen
  • phenomenon = fenomeen
  • as far as I’m concerned = wat mij betreft
  • property = eigendom
  • inevitable / inevitably = onvermijdelijk
  • tend to = neigen
  • out of date = verlopen
  • source = bron
  • economic downturn = economische malaise
  • deliberate = doelbewust
  • decipher = ontcijferen