Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • close to = dicht bij
  • confident = zelfverzekerd
  • custom-made = op maat
  • damaged = beschadigd
  • disappointed = teleurgesteld
  • dissatisfied = ontevreden
  • either ... or = of ... of
  • exhausted = uitgeput
  • faulty = kapot, gebrekkig
  • generous = gul, vrijgevig
  • huge = enorm
  • in exchange for = in ruil voor
  • in stock = op voorraad
  • inappropriate = ongepast
  • instead of = in plaats van
  • lace = kanten, van kant
  • numerous = talrijk
  • particular = bepaald
  • picturesque = pittoresk
  • plenty of = veel
  • poor = slecht
  • proper = goed
  • ridiculous = belachelijk
  • rude = onbeleefd
  • satisfied = tevreden
  • secure = zeker
  • separate = apart
  • stained = bevlekt
  • strict = strikt
  • substandard = beneden niveau
  • the accommodation = de accommodatie
  • the apology = de verontschuldiging
  • the attraction = de bezienswaardigheid
  • the availability = de beschikbaarheid
  • the behaviour = het gedrag
  • the bus tour = de busrondrit
  • the button = de knoop
  • the car rental company = het autoverhuurbedrijf
  • the comfort = het gemak
  • the complaint = de klacht
  • the consultant = de consulent
  • the consumer = de consument
  • the delivery = de levering
  • the departure time = de vertrektijd
  • the disadvantage = het nadeel
  • the disappointment = de teleurstelling
  • the discount = de korting
  • the duration = de duur
  • the entrance fee = de entreeprijs
  • the exchange = de ruil, omwisseling
  • the expectation = de verwachting
  • the facilities = de voorzieningen
  • the fee = de vergoeding
  • the garment = het kledingstuk
  • the gift voucher = de cadeaubon
  • the goods = de goederen
  • the hem = de zoom
  • the increase = de toename
  • the invoice = de factuur
  • the item = het artikel
  • the itinerary = de reisbeschrijving
  • the mistake = de fout
  • the morning flight = de ochtendvlucht
  • the preparation = de voorbereiding
  • the purchase = de aankoop
  • the quality = de kwaliteit
  • the rate = het tarief
  • the receipt = de kwitantie
  • the refund = de teruggave
  • the remark = de opmerking
  • the sea view = het zeezicht
  • the seam = de naad
  • the separate rooms = de aparte kamers
  • the service = de dienstverlening
  • the shop assistant = de winkelmedewerker
  • the solution = de oplossing
  • the tear = de scheur
  • the top floor = de bovenste verdieping
  • the topic = het onderwerp
  • the walking distance = de loopafstand
  • the warranty = de garantie
  • the zip = de rits
  • to arise = ontstaan
  • to arrange / to sort = regelen
  • to assess = beoordelen
  • to avoid = vermijden
  • to be familiar with = bekend zijn met
  • to charge = in rekening brengen
  • to check out = uitchecken
  • to crack = barsten
  • to decide = beslissen
  • to deliver = leveren
  • to disturb = storen
  • to flood = overstromen
  • to get acquainted with = vertrouwd raken met
  • to improve = verbeteren
  • to lose = verliezen
  • to prefer = de voorkeur geven aan
  • to propose = voorstellen
  • to put up with = tolereren
  • to replace = vervangen
  • to replenish = bijvullen
  • to return = terugbrengen
  • to shrink = krimpen
  • to solve = oplossen
  • to wander = wandelen
  • unacceptable = onaanvaardbaar
  • upset = van streek
  • valid = geldig
  • whereas = terwijl