NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Prisma - Dutch for self-study
Cursus - 1e editie
Hoofdstuk 3 - Les 3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
from ‘mogen (see Grammar Section 8)
=
mag
may, to be allowed to
=
mogen
something
=
iets
(to) ask
=
vragen
where
=
TRUE
central station
=
het centraalstation
rather, quite
=
nogal
far
=
ver
the best thing
=
het beste
(to) take
=
nemen
or
=
of
from ‘zeggen'
=
zegt
(to) say
=
zeggen
number 10
=
lijn 10
at the other side, across
=
aan de overkant
how much / many
=
hoeveel
(to) cost
=
kosten
by train
=
met de trein
London
=
Londen
single / one–way ticket
=
de enkele reis
I am sorry
=
het spijt me
(to) understand
=
verstaan
again
=
nog een keer
(to) go
=
gaan
through
=
via
for, beforeeen / before; here: to
=
voor
a six year old
=
een kind van zes
one more question
=
nog een vraag
late
=
laat
(to) leave
=
vertrekken
x times
=
x keer
a day
=
per dag
at ... (o'clock)
=
om ...
half past 12
=
half één
in the morning
=
‘s ochtends / ‘s morgens
when
=
wanneer
in the afternoon
=
's middags
in the evening
=
's avonds
at night
=
's nachts
at 9
=
om negen uur
(to) write down
=
opschrijven
(to) write
=
schrijven
of course, sure
=
ja zeker
here: here you are
=
alstublieft
your (formal: see Grammar Section 14)
=
uw
information
=
de informatie
time
=
de tijd
it's
=
het is
quarter
=
kwart
over, here: past
=
over
half
=
half