Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

Acties

  • Engels Nederlands
  • attractive = knap

  • pretty / attractive

    knap

  • curly = krullend
  • (a) disguise = vermomming
  • fair = blond
  • (the) looks = uiterlijk
  • moustache = snor

  • with a moustache and a beard,

    snor

  • muscular = gespierd
  • shape = vorm
  • slim = slank
  • smart = slim

  • I don't think it would be smart to spend all your money on sweets..

    Ik denk niet dat het slim is om al je geld uit te geven aan snoep.

  • tall = lang

  • tall / long

    lang

  • (to) wear = dragen
  • wig = pruik
  • braces = beugel
  • lovely = lief
  • pretty = knap

  • pretty / handsome

    knap

  • straight = steil

  • He's heading straight for the gallows, mark my words!

    Hij is direct op weg naar de galg, let op mijn woorden!

  • attitude = houding
  • high heels = hoge hakken
  • (to) perform / act = optreden
  • (a) practice = oefening
  • (to) practise = oefenen
  • rich = rijk
  • song lyrics = songteksten
  • (to) spend = doorbrengen
  • tight = strak

  • These jeans are too tight. Do you have a larger size?

    strak

  • (to) agree = eens zijn met
  • all right = in orde
  • awful = verschrikkelijk

  • terrible / awful

    verschrikkelijk

  • boring = saai
  • (to) dress = aankleden
  • great = geweldig

  • splendid / great

    geweldig

  • ugly = lelijk

  • ugly is the opposite of beautiful.

    lelijk

  • wonderful = prachtig

  • wonderful / beautiful

    prachtig

  • (to) allow = toestaan
  • average = gemiddelde
  • capital = hoofdstad
  • (to) draw = tekenen
  • (to) hang out = rondhangen
  • (to) meet = ontmoeten

  • Come over here! I want you to meet a friend of mine.

    ontmoeten

  • noise = lawaai
  • size = grootte / afmeting
  • (to) choose = kiezen

  • (to) choose / (to) select

    kiezen

  • curious = nieuwsgierig

  • Aren't you even a little curious?

    nieuwsgierig

  • detached house = vrijstaand huis
  • equipment = uitrusting

  • equipment / gear

    uitrusting

  • (to) hide = verstoppen
  • honest = eerlijk
  • (to) investigate = onderzoeken
  • mate = maat', vriend
  • nervous = zenuwachtig, nerveus
  • different = andere
  • (to) Move = verhuizen
  • office = kantoor
  • pretty = nogal

  • pretty

    nogal / knap

  • regular = normaal
  • (to) travel = reizen
  • wheel = wiel
  • crazy about = gek op
  • interested in = geïnteresseerd in