Engels : Nederlands (to) advertise = per advertentie aanbieden advert(isement) = advertentie available = verkrijgbaar to [be interested in] = geïnteresseerd zijn in cell phone / mobile phone = mobiele telefoon condition = staat The thief stole an [expensive] watch. = De dief stal een [duur] horloge. What's your [first name]? = voornaam My [surname] is Navarro. = achternaam (good)bye = tot ziens, dag monthly = maandelijks (to) offer = aanbieding (to) repeat = herhalen (to) ring = opbellen That is correct. = Dat klopt. Even I can't [understand] their logic at times. = begrijpen used = tweedehands [wonderful] / beautiful = prachtig (an) address = adres The old man must have reached the [age] of 80 years. = De oude man moet de [leeftijd] hebben bereikt van 80 jaar. (to) allow = toestaan annoying = irritant (to) bet = wedden (to) blab / chat = kletsen (a) break = pauze (a) comment = commentaar 'Cause I really enjoyed the [conversation] we just had = gesprek Jo is very [different] from her twin sister. = Jo is heel [anders] dan haar tweelingzus. (to) ignore = negeren latest = nieuwste to [make sure] = erop letten, ervoor zorgen (to) mean = betekenen film = film Geri's [nickname] is 'ginger' because of her red hair. = De [bijnaam] van Geri is 'ginger' vanwege haar rode haar. response = antwoord right away = direct [rude] / impolite = onbeleefd (a) rule = regel Together with a knight we would be [safe] from attacks. = Samen met een ridder zouden we [veilig] zijn tegen aanvallen. same = hetzelfde (to) tolerate = toestaan, verdragen [topic] / subject = onderwerp afraid = bang at home / in = thuis The bishop was murdered and a martyr was [born]. = De bisschop werd vermoord en een martelaar was [geboren]. (to) dial = kiezen, draaien (to) greet = groeten Hang on. / Hold the line. = Blijf aan de lijn. See you (later)! = Tot ziens! wrong number = verkeerd verbonden difficult = moeilijk [enjoy] this place while you can. = genieten van (to) enter = binnentreden, binnenkomen forgotten / [(to) forget] = vergeten No worries. = Maak je geen zorgen. (to) owe = verschuldigd zijn (to) remember = herinneren terrific = fantastisch amazing = verbazingwekkend assignment = opdracht attraction = attractie, trekpleister bored = verveeld to [chill out] = rustig aan doen exactly = precies Go ahead. = Ga je gang. operator = telefonist (to) settle = afhandelen sight = bezienswaardigheid (to) sort out = uitzoeken That's a shame. = Dat is jammer. We can can travel [together] on this dangerous road. = We kunnen [samen] reizen op deze gevaarlijke weg. touring car = toerbus You will fail [unless] you work harder. = tenzij business = zaak button = knopje collar = halsband diary = agenda everyday = alledaags face-to-face = persoonlijk fed up with = er genoeg van hebben to [feel bad] = schuldig voelen gadget = hebbeding inventor = uitvinder mad about = gek op message = boodschap, bericht obsessed = bezeten ... as soon as [possible] ... = ... zo snel [mogelijk] ... (to) receive = ontvangen (a) smell = geur (to) switch on / off = aan- / uitdoen (to) text = sms'en text message = sms'je (to) turn off = uitzetten unique = uniek virtual = virtueel animated = animatie- as soon as possible = zo spoedig mogelijk brochure = folder, brochure A higher fee does not necessarily mean a better [course]. = Een hoger schoolgeld betekent niet noodzakelijkerwijs een betere [cursus]. in pairs = in tweetallen Monday = maandag Tuesday = dinsdag Wednesday = woensdag Thursday = donderdag Friday = vrijdag Saturday = zaterdag Sunday = zondag more slowly = langzamer Pardon? / I beg your pardon? = Pardon? popular = populair (to) see / watch = kijken series = serie to [take turns] = om beurten doen Mighty Ares, let victory be mine during [tomorrow]'s battle. = Machtige Ares, schenk mij [morgen] de overwinning tijdens het gevecht. (to) would = zouden