Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • (to) dye = verven
  • lifestyle = levensstijl
  • memory = herinnering
  • (pocket) money = (zak)geld
  • (a) present = cadeau
  • rich = rijk
  • spare time = vrije tijd
  • (to) spend = besteden, uitgeven
  • sweets = snoep
  • tight = strak
  • These jeans are too tight. Do you have a larger size?

    strak

  • across = over
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • charity = goed doel
  • (to) compose = schrijven, componeren
  • (to) discover = ontdekken
  • (to) donate = schenken
  • exciting = spannend, opwindend
  • freezing = ijskoud
  • hard = moeilijk
  • hero = held
  • home = thuis
  • home game = thuiswedstrijd
  • kitchen = keuken
  • We have a kitchen and livingroom downstairs.

    We hebben een keuken en woonkamer beneden.

  • life = het leven
  • neighbours = buren
  • normal / regular = normaal
  • (to) Move = verhuizen
  • (to) prepare = voorbereiden
  • You've got to prepare yourself.

    voorbereiden

  • responsibility = verantwoordelijkheid
  • room = kamer
  • talented = getalenteerd, begaafd
  • (to) travel = reizen
  • town = stad
  • I might need your help protecting our small town.

    stad

  • (to) vote = stemmen
  • (a) record = record
  • bad, worse, worst = slecht, slechter, slechtst
  • birthday = verjaardag
  • Happy birthday.

    verjaardag

  • good, better, best = goed, beter, best
  • interests = interesses
  • Left = over
  • music = muziek
  • nickname = bijnaam
  • Geri's nickname is 'ginger' because of her red hair.

    De bijnaam van Geri is 'ginger' vanwege haar rode haar.

  • secret = geheim
  • sporty = sportief
  • than = dan
  • time = tijd
  • (a) trip = reis
  • vegetarian = vegetariër
  • about = ongeveer
  • about

    ongeveer / over

  • (to) die = doodgaan
  • divide into = verdelen in
  • to divide into

    verdelen in

  • languages = talen
  • size = grootte, omvang
  • be about = gaan over
  • to be about

    gaan over

  • celebrity = beroemdheid
  • Rafael Nadal is a well-known sports celebrity.

    beroemdheid

  • choice = keus
  • clothing / clothes = kleding
  • difference = verschil
  • (to) end = eindigen
  • entertainment = vermaak
  • fashion = mode
  • They're gonna chat for a while, so we can talk fashion again.

    mode

  • First, = Eerst,
  • Then, = Dan,
  • Finally, = Ten slotte,
  • hideous = afschuwelijk
  • homeless = dakloos
  • hooked on = verslaafd aan
  • influence = invloed
  • impact / influence

    invloed

  • likely = waarschijnlijk
  • probably / likely

    waarschijnlijk

  • (to) move on = doorgaan
  • neighbourhood = buurt, wijk
  • part = deel
  • presentation = voordracht, spreekbeurt
  • price tag = prijskaartje
  • selfish = egoistisch
  • society = samenleving
  • something = iets
  • Can something be done about that?

    Kan daar iets aan gedaan worden?

  • (a) talk = presentatie, spreekbeurt
  • (to) wear = dragen
  • able = in staat
  • active = actief
  • (to) bother = de moeite nemen
  • compared to = vergeleken met
  • (to) decide = beslissen
  • diet = dieet
  • (to) exercise = beweging nemen
  • healthy = gezond
  • heart attack = hartaanval
  • height = lengte
  • instead of = in plaats van
  • lazy = lui
  • (to) lose weight = afvallen
  • nowadays = tegenwoordig
  • overweight = te zwaar
  • probably = waarschijnlijk
  • probably / likely

    waarschijnlijk

  • ready meal = kant-en-klaar maaltijd
  • (to) remember = onthouden, herinneren
  • small = klein
  • I live in a small flat.

    klein

  • supper = avondeten
  • vegetables = groenten
  • We grow vegetables.

    groenten

  • weight = gewicht
  • awful = afschuwelijk, vreselijk
  • brilliant / fantastic = fantastisch
  • British = Brits
  • dreadful = vreselijk
  • dull = saai
  • It was a dull party.

    saai

  • feel about = vinden van
  • to feel about

    vinden van

  • horrible = gruwelijk, verschrikkelijk
  • like better = leuker vinden
  • to like better

    leuker vinden

  • overdone = overdreven
  • shocking = schokkend, weerzinwekkend
  • smashing = te gek
  • teenage = tiener
  • think of = vinden van
  • to think of

    vinden van

  • wonderful = geweldig
  • great / wonderful

    geweldig