Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • une préparatrice en pharmacie = een apothekersassistente
  • un centre équestre = een manege
  • je me sens utile = ik voel me nuttig
  • sentir = voelen
  • venir = komen
  • un conseil = een raad
  • les lunettes de lecture = de leesbril
  • la diversité = de afwisseling
  • l'arrière = het achterste deel
  • préparer = klaar maken
  • brûler = verbranden
  • avoir mal aux dents = kiespijn hebben
  • gâter = verwennen
  • se soigner = zich verzorgen
  • toute la journée = de hele dag
  • une guêpe = een wesp
  • parfois = soms
  • la salle d'attente = de wachtkamer
  • la grippe = de griep
  • tousser = hoesten
  • un rhume = een verkoudheid
  • le miel = de honing
  • la toux = de hoest
  • la tension = de bloeddruk
  • un régime = een dieet
  • le corps = het lichaam
  • les premiers rayons de soleil = de eerste zonnestralen
  • rapide = snel
  • livrer = leveren
  • un gourmand = een lekkerbek
  • un troisième repas = een derde maaltijd
  • un aliment = een levensmiddel
  • la propreté = de netheid
  • la nourriture = het voedsel
  • l'environnement = het milieu
  • un plateau = een dienblad
  • un obèse = een dik iemand
  • l'oreille = het oor
  • le mot-clé = het sleutelwoord
  • la douceur = de zachtheid
  • la patience = het geduld
  • la selle = het zadel
  • brosser = borstelen
  • gagner = winnen