NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 1 (5e druk) Hoofdstuk 8
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
recommander
=
aanbevelen
comptoir, le
=
balie, de
disponible
=
beschikbaar
commander, ordonner
=
bestellen
destination, la
=
bestemming, de
confortable
=
comfortabel
patrimoine culturel, le
=
cultureel erfgoed, het
correspondance, la
=
doorverbinding, de
billet électronique, le
=
e-ticket, het
aller-simple, un
=
enkeltje
côté couloir
=
gangpadzijde
sortie / porte, la
=
gate
en cours de validité
=
geldig
profiter de
=
genieten van
dangereux
=
gevaarlijk
attraper
=
halen (van een trein bv)
provenance
=
herkomst, komend uit
l’enregistrement
=
incheck, de
s’enregistrer
=
inchecken
se renseigner
=
inlichtingen vragen
carte d’embarquement, la
=
instapkaart, de
atterrissage, un
=
landing, een
compagnie aérienne, la
=
luchtvaartmaatschappij, de
médicament, le
=
medicijn, het
nécessaire
=
nodig
annonce, une
=
omroepbericht, een
inquiet
=
ongerust
également
=
ook, tevens
mondialement
=
over de hele wereld
nuitée, la
=
overnachting, de
sur demande
=
op aanvraag
à l’heure
=
op tijd
endroit, un
=
plaats, omgeving, de
consulter
=
raadplegen
côté fenêtre
=
raamzijde
aller-retour, un
=
retourtje, een
riche
=
rijk
risque, le
=
risico, het
siège, le
=
stoel, de
horaire, l`
=
tijdstip, het
indispensable
=
vereist, nodig
obtenir
=
verkrijgen
obligatoire
=
verplicht
retard, le
=
vertraging, de
avion, un
=
vliegtuig, het
bénéficier
=
voordeel hebben
principalement
=
voornamelijk
rarement
=
zelden