ce soir vendre la perruque
le drapeau s’amuser on se voit
la décoration la chaise passer
mettre au premier rang mener
qu’est-ce qui se passe? la galère ne ... pas non plus
un écran appeler s’arranger
la pénalité tirer
de pruik verkopen vanavond
we zien elkaar / wij zien elkaar zich amuseren de vlag
aangeven, doorgeven / aangeven / doorgeven de stoel de versiering
leiden op de eerste rij doen, leggen, zetten / doen, leggen / doen, zetten / leggen, zetten / doen / leggen / zetten
ook niet, ook geen / ook niet / ook geen de ellende wat gebeurt er?
in orde komen opbellen een scherm
schieten de strafschop