le canal dépasser le barrage
immense au milieu de distribuer
la circulation étroit, étroite / étroit / étroite je venais d’avoir
le permis de conduire dire le patron
le véhicule large
de dam passeren de gracht, het kanaal / de gracht / het kanaal
bezorgen, uitdelen / bezorgen / uitdelen midden in enorm
ik had net ... / ik had net... / ik had net smal het verkeer
de baas zeggen het rijbewijs
breed het voertuig