conduire le conducteur grâce à
le pont le passage surveiller
le frein l’électricité freiner
le système fonctionner activer
le bouton presser la pédale
relâcher tomber malade le trafic
circuler avertir la formation
se servir de le tableau de bord au lieu de
les chemins de fer l'urgence le danger
dankzij de bestuurder besturen / rijden / besturen, rijden
letten op de doorgang de brug
remmen de elektriciteit de rem
activeren werken / functioneren / werken, functioneren het systeem
het pedaal drukken de knop
het verkeer ziek worden loslaten
de opleiding waarschuwen rijden
in plaats van het dashboard gebruikmaken van
het gevaar de nood de spoorwegen
installer poser la sécurité
le rail relier les environs
permettre
de veiligheid leggen goed zitten
de omgeving verbinden het spoor
mogelijk maken