amoureux le village danser
le maire bienvenue tout le monde
une assiette bon appétit les frites
ne ... plus la salade passer
la carafe s’il te plaît grossir
le bisou embrasser un anniversaire
bon anniversaire rigoler la boisson
le paquet les chips préparer
le cd / le CD demander faire
dansen het dorp verliefd
iedereen welkom de burgemeester
de patat eet smakelijk een bord
doorgeven de sla / de salade / de sla, de salade niet meer
dik worden alsjeblieft de karaf
een verjaardag zoenen de kus
de drank / het drankje / de drank, het drankje lol hebben / lachen / lachen, lol hebben gefeliciteerd
bereiden / klaarmaken / klaarmaken, bereiden de chips het pak / de zak / het pak, de zak
maken / doen / maken, doen vragen de cd
aider ranger nettoyer
le supermarché le sachet une eau minérale
le litre la cacahuète le sac poubelle
une invitation s’occuper de la décoration
apporter mettre une adresse
la guirlande le gâteau la bougie
le nettoyage
schoonmaken opruimen helpen
een mineraalwater het zakje de supermarkt
de vuilniszak de pinda de liter
de versiering zorgen voor, zich bezighouden met / zorgen voor / zich bezighouden met een uitnodiging
een adres aantrekken meebrengen
de kaars de taart de feestslinger
de schoonmaak