Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • urgent = dringend
  • la gendarmerie = het politiebureau
  • au secours! = help!
  • le gendarme = de politieagent
  • doucement = zachtjes / langzaam / zachtjes, langzaam
  • crier = schreeuwen
  • la déclaration = de aangifte
  • le nom / le nom de famille = de achternaam
  • le prénom = de voornaam
  • répondre = antwoorden
  • la question = de vraag
  • l’aide = de hulp
  • je dois = ik moet
  • savoir = weten
  • épeler = spellen
  • attendre = wachten
  • une adresse = een adres
  • la date = de datum
  • le lieu = de plaats
  • la naissance = de geboorte
  • = geboren
  • vite = vlug
  • échapper = ontsnappen
  • descendre = uitstappen
  • faire attention = opletten
  • vert = groen
  • neuf = nieuw
  • le porte-monnaie = de portemonnee
  • la carte bancaire = de bankpas
  • la carte d’identité = de identiteitskaart
  • la clé = de sleutel
  • malheureux / malheureuse = ongelukkig
  • écrivez-moi = schrijf me
  • une annonce = een advertentie
  • la marque = het merk
  • la carte de transport = het ov-abonnement
  • l'espagnol = het Spaans
  • retirer de l'argent = geld pinnen