qu’est-ce que ...? il y a beau / joli / jolie
grand / grande la place petit / petite
le café la piscine la mer
tout près mais le centre-ville
pardon madame simple
à gauche puis à droite
tout droit merci beaucoup là-bas
non trois où sont ...?
le magasin la boutique joli / jolie
la rue la terrasse ici
parfait! la maison la table
mooi er is, er zijn / er is / er zijn wat ...?
klein het plein groot
de zee het zwembad het café
het centrum maar vlakbij
eenvoudig mevrouw neem me niet kwalijk
naar rechts vervolgens naar links
daarginds hartelijk bedankt rechtdoor
waar zijn ...? drie nee
leuk / mooi de kledingwinkel de winkel
hier het terras de straat
de tafel het huis perfect!
la chaise la cuisine à côté
derrière le jardin la salle de bains
la douche les toilettes la chambre
le grenier devant la fenêtre
sur le bureau un ordinateur
la télé le lit super
le séjour adorer le canapé
la pièce preférée parce que préparer
le premier étage deuxième l'armoire
la coupe à bientôt
naast de keuken de stoel
de badkamer de tuin achter
de slaapkamer het toilet de douche
het raam voor de zolder
een computer het bureau op
te gek het bed de televisie
de bank dol zijn op de woonkamer
klaarmaken / bereiden / klaarmaken, bereiden omdat het lievelingsvertrek
de kast tweede de eerste etage
tot gauw de beker