voyager le train un avion
partir les vacances la France
l'étranger parler seulement
donc la Normandie les DOM-TOM
on y va le TGV vous voulez
c’est ça la gare loin
la plage le plan le mètre
vous prenez en face deuxième
ensuite vous pouvez me
donner le numéro de téléphone le portable
janvier février mars
een vliegtuig de trein reizen
Frankrijk de vakantie vertrekken
alleen maar spreken / praten / spreken, praten het buitenland
de Franse overzeese gebieden Normandië dus
u wilt de hogesnelheidstrein we gaan erheen
ver het station dat is juist
de meter de plattegrond het strand
tweede tegenover u neemt
mij u kunt / jullie kunnen / u kunt, jullie kunnen daarna, vervolgens / daarna / vervolgens
het mobieltje het telefoonnummer geven
maart februari januari
avril mai juin
juillet août septembre
octobre novembre décembre
d’abord acheter un ascenseur
le bateau le bateau-mouche changer
on descend direct la direction
le distributeur automatique un escalier le guichet
la ligne le métro monter
la promenade rapide rencontrer
la station le ticket la Tour Eiffel
visiter
juni mei april
september augustus juli
december november oktober
een lift kopen eerst
overstappen de rondvaartboot de boot
de richting rechtstreeks we stappen uit
het loket een trap de automaat
naar boven gaan de metro de lijn
ontmoeten snel het tochtje
de Eiffeltoren het kaartje het metrostation
bezoeken