NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
2 t-havo-vwo
2 thv-Etape4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
tout le / toute la
=
de hele / het hele
être au courant
=
op de hoogte zijn
entendu
=
gehoord
tomber amoureux / tomber amoureuse
=
verliefd worden
si
=
jawel
incroyable
=
ongelofelijk
boire un verre
=
iets drinken
assez
=
nogal
bête
=
stom
sportif
=
sportief
un avis
=
een mening
énervant
=
irritant
tous les / toutes les
=
alle
presque
=
bijna
surpris
=
verrast
entre
=
tussen
parce que
=
omdat
entrer
=
naar binnen gaan
le temps
=
de tijd
être en train de
=
bezig zijn met
téléphoner
=
telefoneren
autre
=
ander / andere / ander, andere
pendant
=
tijdens
revenu
=
teruggekomen
sans
=
zonder
sans rien dire
=
zonder iets te zeggen
exactement
=
precies / juist / precies, juist
tu m’énerves
=
je irriteert me
le meilleur
=
de beste
je connais
=
ik ken
depuis
=
sinds
timide
=
verlegen
différent
=
verschillend / anders / verschillend, anders
la plaisanterie
=
het grapje
rire
=
lachen
amusant
=
grappig
souvent
=
vaak
le jeu vidéo
=
het computerspel
toutes sortes de choses
=
allerlei dingen
les sentiments
=
de gevoelens
la fois
=
de keer
montrer
=
laten zien
avoir peur
=
bang zijn
vite
=
vlug
complètement
=
helemaal
avoir confiance en
=
vertrouwen hebben in
compter sur
=
rekenen op
une amitié
=
een vriendschap
le parc
=
het park
le club
=
de club
crie
=
schreeuwt
spontané
=
spontaan
le muscle
=
spieren
sauver
=
redden
le contraire
=
het tegenovergestelde
la vie
=
het leven
imiter
=
imiteren, nadoen / imiteren / nadoen
voler
=
stelen