NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
2 t-havo-vwo
Hoofdstuk 5 - Franconville 2 thv-Etape5
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
voici
=
dit is
la vue
=
het uitzicht
les affaires
=
de zaken
le sommet
=
de top
la tour
=
de toren
haut
=
hoog
en bas
=
beneden
minuscule
=
heel klein
penser
=
denken
une avenue
=
een brede straat
célèbre
=
beroemd
le monde
=
de wereld
le bâtiment
=
het gebouw
ressembler à
=
lijken op
la sorte
=
de soort
le quartier
=
de wijk
moderne
=
modern
vu
=
gezien
on attend
=
we wachten
quelque temps
=
een tijdje
la colline
=
de heuvel
L'église
=
een kerk
le peintre
=
de schilder
la caricature
=
de karikatuur
ça doit
=
dat moet
oublier
=
vergeten
dommage
=
jammer
ne t’en fais pas
=
maak je niet druk
un original
=
een origineel
mieux
=
beter
le vertige
=
de hoogtevrees
le musée
=
het museum
idéal
=
ideaal
offrir
=
bieden / aanbieden / bieden, aanbieden
le choix
=
de keuze
le plat
=
het gerecht
le restaurant
=
het restaurant
un étage
=
een etage / een verdieping / een etage, een verdieping
le pickpocket
=
de zakkenroller
le bureau de poste
=
het postkantoor
le sol
=
de begane grond / de vloer / de begane grond, de vloer
la visite
=
het bezoek
le renseignement
=
de inlichting
ouvert
=
geopend, open / geopend / open
une année
=
een jaar
métallique
=
van metaal
construire
=
bouwen
panoramique
=
panoramisch
le travail
=
het werk
le bureau
=
het kantoor
la galerie
=
de galerij, het balkon / de galerij / het balkon
superbe
=
schitterend
le buffet
=
het buffet
flâner
=
flaneren, slenteren / flaneren / slenteren
s'amuser
=
zich vermaken
passer un film
=
een film vertonen
le moment
=
het moment
le point de départ
=
het vertrekpunt, de start / het vertrekpunt / de start
la documentation
=
de documentatie, de folders / de documentatie / de folders