Frans : Nederlands le journaliste = de journalist la journaliste = de journaliste le reportage = de reportage / het verslag / de reportage, het verslag messieurs dames = dames en heren interviewer = interviewen le journal télévisé = het tv-journaal le numéro = het nummer moins le quart = kwart voor vers = tegen et quart = kwart over diffuser = uitzenden la chaîne = het kanaal / de zender / het kanaal, de zender les nouvelles = de nieuwsberichten international = internationaal une interview = een interview la présentatrice = de presentatrice moins cinq = vijf minuten voor une image = een beeld la région = de landstreek / de regio / de landstreek, de regio la caravane = de caravan la météo = het weerbericht le lendemain = de volgende dag lire = lezen le journal = de krant un article = een artikel la une = de voorpagina la catastrophe écologique = de natuurramp la page = de bladzijde tôt = vroeg ne ... jamais = nooit gratuit = gratis l'informatique = de computerkunde surfer = surfen la télécommande = de afstandsbediening zapper = zappen un épisode = een aflevering la série = de serie jusqu’à = tot le quart d’heure = het kwartier avoir envie de = zin hebben om tchatter = chatten une émission = een uitzending le tremblement de terre = de aardbeving sinon = anders, zo niet / anders / zo niet captivant = boeiend je regrette = het spijt me tu exagères = je overdrijft je me couche = ik ga slapen un auditeur = een luisteraar appeler = opbellen une animatrice = een presentatrice