un oignon arroser une étoile
la cuisson cuire un amateur
la marmite à feu moyen la marchandise
obtenir un enseignant le vinaigre
dresser brûler la poule
une escalope la commande le poivre
estimer la chaîne le lapin
l'orthographe le lard la terrine
un os le porc
een ster overgieten een ui
een liefhebber koken / bakken / koken, bakken het bakken
de koopwaar op matig vuur de kookpot
de azijn een onderwijzer verkrijgen
de kip branden / verbranden / branden, verbranden opmaken, opzetten / opmaken / opzetten
de peper de bestelling een schnitzel
het konijn de keten schatten
de schaal het spek de spelling
het varkensvlees een bot