punir tomber d'accord la réunion
curieux le matériau publicitaire congédier
récompenser férié résoudre
se méfier porter plainte fâché
la tournure cacher déterminer
dégagez faire le procès-verbal n'importe quoi
douter souhaiter la bienvenue emprunter à
frapper le dévouement rafraîchir
subir le fric susciter
rigoler chuchoter mériter
de vergadering het eens worden straffen
ontslaan het reclamemateriaal nieuwsgierig
oplossen feest belonen
boos een klacht indienen wantrouwen
bepalen verstoppen de wending
wat dan ook de notulen maken wegwezen, ophoepelen / wegwezen / ophoepelen
lenen van welkom heten twijfelen
opfrissen de toewijding verbazen, imponeren / verbazen / imponeren
opwekken het geld, de poen / het geld / de poen ondergaan
verdienen fluisteren grapjes maken, lol hebben / grapjes maken / lol hebben