Frans : Nederlands mentir = liegen la comptabilité = de boekhouding successivement = achtereenvolgens l’entretien = gesprek expérimenté = ervaren confidentiel = vertrouwelijk au sujet de = over / met betrekking tot la lettre de candidature = de sollicitatiebrief embaucher = in dienst nemen le poste = de functie / de betrekking l’écart = de afwijking / het verschil le refus = de afwijzing fragile = kwetsbaar / zwak final = eind falsifier = vervalsen fiable = betrouwbaar la vérité = de waarheid malhonnête = oneerlijk / vals le mensonge = de leugen le menteur = de leugenaar