Spaans : Nederlands el antepasado = de voorouder duro = ruig la raĆ­z = de wortel el bisonte = de bizon el mamut = de mammoet fundamentalmente = hoofdzakelijk el descubrimiento = de ontdekking abrigarse = zich beschermen defender = verdedigen la tribu = de stam el periodo glacial = de ijstijd en el exterior = buiten transformar = veranderen revolucionar = radicaal veranderen