Frans : Nederlands attention = de aandacht agent = de agent alarme = het alarm centrale d'alarme = de alarmcentrale numéro d'alarme = het alarmnummer général = algemeen criminalité = de criminaliteit fermer = dichtdoen vol = de diefstal jeter = gooien cambrioleur = de inbreker jeune = de jongere souffrir de = de last œil = het oog oreille = het oor surcharge = de overlast police = de politie bureau de police = het politiebureau pierre = de steen en même temps = tegelijk partir = weggaan agent de quartier = de wijkagent habitation = de woning sûr = zeker