la salle à manger le supermarché malheureusement
la vue calme demain
passer le rez-de-chaussée la villa
le grenier le four le frigo
le rêve elle décrit (décrire) le chat
le toboggan le cheval la pharmacie
bien sûr au fond le lac
le poisson le produit gagner
extraordinaire
jammer genoeg de supermarkt de eetkamer
morgen rustig het uitzicht
de villa de begane grond doorbrengen
de koelkast de oven de zolder
de kat zij beschrijft (beschrijven) de droom
de apotheek het paard de glijbaan
het meer achterin natuurlijk
winnen het product de vis
fantastisch