Frans : Nederlands la carte Navigo = de OV-chipkaart (omgeving Parijs) être pressé = haast hebben j’ouvre (ouvrir) = ik open (openen) le voyageur = de reiziger simple = eenvoudig l’escalator (m) = de roltrap de rien = geen dank tard = laat être en retard = te laat zijn tellement = zo le distributeur (automatique) = de kaartjesautomaat la carte bancaire = de bankpas avoir envie de = zin hebben om bonne idée = goed idee j’en ai marre = ik ben het zat pauvre = arme le trajet = het traject le pont = de brug le carrefour = het kruispunt le rond-point = de rotonde